Het Luca Ensemble, met meester cimbalonist Vasile Luca, zangeres Mirjam Wesselink de Barrientos en contrabassist Gabriel Barbalau, brengt het zinderend programma Le Balkan met Hongaarse liederen van Bartók en Kodály, Roemeense liederen van Enescu en Bredicianu en “Zigeunerlieder” van Dvorák en Brahms.
In deze authentieke instrumentale bezetting krijgt dit klassieke repertoire een extra dimensie die ongekende mogelijkheden biedt voor velerlei podia.
Lange tijd bestond het idee dat de stadse en Weense melange van Hongaarse salonstrijkjes en balkanritmes de oorspronkelijke zigeunermuziek was. Hierdoor geïnspireerd verwerkten Liszt, Brahms en Dvorák dit virtuoze genre in hun “Zigeunerweisen”. Echter, in de 20e eeuw trokken Bartók en Kodály naar de binnenlanden om daar eeuwenoude volksliederen op te tekenen en later ook op te nemen met de fonograaf. Zij ontdekten daar volksmuziek van een heel andere orde, een muzieksoort die praktisch gevrijwaard was gebleven van westerse stijlinvloeden. De vele Oost-Europese liederen en dansen die zij op deze manier hebben bewaard voor het nageslacht werden verwerkt in composities met piano als begeleidingsinstrument. In de uitvoering van het Luca Ensemble keren deze liederen op levendige wijze terug naar de wortels van hun ontstaan.
- No. 6. In dem weiten, breiten, luft'gen Antonín Dvořák (1841 - 1904)
- No.7. Darf des Falken Schwinge (Dejte klec jestrabu) Antonín Dvořák (1841 - 1904)